Bloedmijt infectie
Door Evert Henningheim
Bloedmijt of ook wel bloedluis genoemd is een lastige parasiet welke aan de buitenkant van de gastheer leeft, net zoals bijvoorbeeld vlooien, teken en luizen. Dit soort parasieten worden ectoparasieten genoemd. Je hebt in geval van reptielen dan te maken met de Ophionyssus natricis. Vrouwtjes worden ongeveer een halve millimeter groot en zijn daarmee iets groter dan de mannetjes. Ze hebben met hun 8 poten en uiterlijk veel weg van een spin. Deze lastpak wordt in de hobbywereld alom gevreesd. Om de bestrijding en aanpak daarvan beter te begrijpen en naar waarde in te kunnen schatten is wat kennis over de mijt onontbeerlijk.
Deze parasiet is voornamelijk in het donker actief. En zuigt dan bloed. Eenmaal volgezogen met bloed valt de mijt enigszins op door de rode kleur. Je tref de parasiet op het dier aan tussen huidplooien en schubben, oksels, rondom de oogleden en bij de cloaca. Als je wilt ontdekken of je te maken hebt met bloedmijt is het handig om witte vellen papier op de bodem onder je dier te leggen. De mijten welke van het dier af vallen worden zo goed zichtbaar.
De mijt zorgt voor het overbrengen van bacteriële ziekten en veroorzaakt onder andere bloedarmoede. Het reptiel verzwakt hierdoor wat uiteindelijk kan lijden tot de dood van het dier. Waarneembaar is inactief dan wel sloom gedrag
Zaak is om zeer goed te behandelen, een vrouwtjesmijt legt namelijk 15 tot 20 eieren met een totaal van tussen de 60 en 80 eieren gedurende haar leven. De eitjes hechten zich vast aan de oppervlakte waarop deze gelegd worden bevinden zich zelden op de gastheer. Bij slangen komt het leggen van eieren op de gastheer vaker voor. Dan betreft het grote slangen zoals boa’s en pythons. Voornamelijk wordt het terrarium en de inrichting daarvan voor gebruikt. Indien mogelijk zal een vrouwtjesmijt haar eieren in een donkere vochtige omgeving trachten te leggen. De ideale leefomstandigheden voor mijten in al haar stadia zijn temperaturen gelegen tussen de 23 en 29.5 graden Celsius met een relatieve luchtvochtigheid tussen de 70 en 90%. De eitjes komen onder ideale condities al na één dag uit. Onder koudere omstandigheden kan dit tot een dag of 4 duren. De larve is dan geboren.
Algemeen wordt onder reptielenhouders aangenomen dat mijteneieren onder bepaalde condities voor een lange periode levensvatbaar blijven. Dit is wel vastgesteld bij teken maar bij bloedmijt is daar geen bewijs van gevonden wat deze stelling bevestigd.
Alvorens de bloedmijt volwassen stadium bereikt doorloopt deze een aantal levensstadia. Het larve stadium duurt 1 a 2 dagen. Ze zijn bleekwit van kleur en vrijwel onzichtbaar voor het blote oog. Larven voeden zich niet. Ondanks dat ze in dit stadium in staat zijn om te lopen zullen ze zich niet ver verwijderen van de locatie waar de eieren gelegd waren.
Het volgende stadium is die van de protonymf en kan tussen de 3 dagen tot 2 weken duren. In deze fase zijn de nymfen mobiel en verplaatsen zich over aanzienlijke afstanden. Zij zijn in staat om de geur van slangen en hagedissen te detecteren en worden daar tevens toe aangetrokken. In dit stadium heeft de protonymf bloed nodig om te naar het volgende stadium toe te kunnen transformeren. Indien ongevoerd zijn deze nymfen bleek ivoor of geelachtig van kleur en nagenoeg onzichtbaar voor het blote oog. Bij zeer goed observeren is het mogelijk deze bleke protonymfen over de schubben van reptielen te zien verplaatsen. Als ze zich tegoed hebben gedaan aan een bloedmaaltijd en vol zitten worden ze donkerrood van kleur en actief. Zij verlaten hun gastheer en zoeken een donkere vochtige plek op waar ze vervellen. Dit vindt 12 tot 25 uur nadat ze gegeten hebben plaats.
Het is niet ongewoon om verdronken volgegeten protonymfen in een waterbak tegen te komen. Met regelmaat is dit één van de eerste signalen bij reptielenhouders dat er bloedmijt in het terrarium wordt waargenomen. Deze mijten zinken naar de bodem en zien er uit als platte stukjes peperkorrel waarbij een nadere inspectie de poten waargenomen kunnen worden.
De protonyf gaat vervolgens over in de deutonymf. In dit stadium is de nymf donkerrood of zwart van kleur, voed zich niet en verplaatst zich over het algemeen niet van de locatie waar deze als protonymf is gaan vervellen. De mijt in dit stadium kom je zelden op de gastheer tegen. Deutonymfen vervellen binnen 24 uur en verworden volwassen bloedmijten. Volwassen mannelijke mijten zijn overigens kleiner dan vrouwtjesmijten.
De gemiddelde levensduur van de bloedmijt wordt beïnvloed door temperatuur en luchtvochtigheid met daarnaast het verloop van de stadia welke de bloedmijt doormaakt. De levensduur van een volwassen mijt is langer bij een lagere temperatuur. De ontwikkeling en overleven van alle stadia die de mijt doormaakt wordt negatief beïnvloedt door ongunstige omgevingsomstandigheden. Alle levensstadia van de bloedmijt overleven een blootstelling over meerdere dagen niet van 38 graden Celsius of hoger dan wel 1 graad Celsius of lager. Bloedmijten verdrinken als zij nat zijn en verdrogen wanneer de luchtvochtigheid beneden de 20% komt. Een volledige levenscyclus van de mijt bedraagt 13 tot 19 dagen. Onder een lagere temperatuur kunnen er uitschieters zijn welke tot 40 dagen blijven leven.
Behandeling
- Weeg het dier secuur
- Behandel met Frontline spray op basis van lichaamsgewicht (2,5 ml. Per kg. dier).
- Dieren onder de 500 gram: 0,5 ml Frontline verdunnen met 0,5 alcohol 70%. Goed schudden. Gebruik hiervan 0,1 ml. Per 20 gram dier.
- Leg dier na behandeling enkele uren op een warme, goed geventileerde plek.
Tip: Spuit de benodigde hoeveelheid Frontline op een wegwerphandschoen en wrijf het dier daar mee in. Voor kleine dieren voldoet wattenschijfjes of wattenstaafjes.
Zorg ervoor dat tijdens of na de behandeling dieren geen Frontline of oplossing daarvan in de bek en of ogen kunnen krijgen. Bij slangen mogen de ogen wel mee behandeld worden.
- De terraria leeg halen. Volledige inrichting er uit, inclusief (kurken) achterwand.
- De dieren in een schone, mijtvrije aparte plek (quarantainebak) leggen, voorzien van voor de soort benodigde warmte en ventilatie.
- Terraria reinigen, hierna desinfecteren,vervolgens zeer goed behandelen (ook de naden en kieren) met een larven en vlooien dodende spray
- Dieren niet eerder terugplaatsen nadat er goed geventileerd is.
- Stap 2 indien nodig (niet mijtvrij zijn) elke 9 dagen herhalen. De dieren dan elders huisvesten.
Bij de 100 ml Frontline flacon is elk pompje 0,5 ml, bij de 250 ml flacon is elk pompje gelijk aan 1,5 ml. Secuur werken is een must. De hoeveelheid met een injectiespuitje zonder naald af meten is een goede methode.
Roofmijten
Men kan ook kiezen voor biologische bestrijding door middel van het gebruik van roofmijten. Dutchy’s® zijn roofmijten uit de familie Laelapidae en komen in grote delen van Europa vrij in de natuur voor. Ze leven in de grond en jagen daar op allerlei bodemorganismen. Deze roofmijten uitgezet in dierenverblijven worden bestrijders van o.a. bloedmijten. Echter wel onder strikte voorwaarden waar aan men dient te voldoen. Voor grote terraria is deze vorm van bestrijding een langdurige. Op de internetsite van Refona www.refona.nl kunt u meer lezen over deze roofmijt en de handleiding hoe dit toegepast dient te worden.
Geraadpleegde literatuur:
Auteur, Evert Henningheim
Klingenberg, Roger J. DVM 1997, Understanding Reptile Parasites. Advanced Vivarium Systems, CA.
Douglas R. Mader MS DVM 2005, Reptile Medicine and Surgery, Elsevier Health Sciences