Gezondheidscreening en uitzetten in het wild van de Jamaicaanse leguaan
Een record: 52 leguanen zijn in het wild teruggeplaatst
Bron: Evert Henningheim
Ooit was de Jamaicaanse leguaan Cyclura collei, die uitlsuitend voorkomt op Jamaica, wijd verspreid over geheel Jamaica. In de 19de eeuw decimeerde de populatie op drastische wijze door de op het eiland geïntroduceerde mangoest, een katachtig roofdiertje, en bevolkingstoename en het daarmee samenhangende gebruik van land wat ten koste ging van het leefgebied van deze dieren. Uiteindelijk werd er rond 1948 aangenomen dat de Jamaicaanse leguaan in het wild was uitgestorven. Echter zowel in 1970 als in 1990 werd er door jachthonden een leguaan gevonden en een daaropvolgend onderzoek bracht de aanwezigheid van een populatie leguanen in Hellshire Hills van minder dan 100 dieren aan het licht. Door constructieve conservatie van deze hagedis, waaronder het gecontroleerd opkweken in Hope Zoo te Kingston, wordt ervoor gezorgd dat dit bijzondere dier het in het wild steeds beter doet.
De Jamaicaanse leguaan Cyclura collei is endemisch en komt alleen nog voor in Hellshire Hills, gelegen ten zuidwesten van Kinston. Dit unieke droogbos op kalksteen grond heeft een totale oppervlakte van ongeveer 114 km2 maar deze leguaan komt alleen voor in een tegen mangoesten beschermd gebied diep in Hellshire Hills gelegen en beslaat minder dan 10 km2. Deze hagedissoort is middelgroot tot groot waarbij de mannen een kop romplengte kunnen bereiken van 428 mm en de wijfjes 378 mm. De algemene lichaamskleur is groen tot blauwachtig grijs. Vanaf de rugkam lopen over de gehele rug olijfbruinkleurige driehoekige vlekken richting de flanken. De rug en flanken zijn strokleurig gevlekt. De rugkam is helderder blauw-groen van kleur dan de rest van het lichaam. Wilde dieren, met name nestende wijfjes lijken vaak diep roodbruin van kleur wat echter veroorzaakt wordt door het graven van legholen in de roodbruin kleurige ijzerhoudende grond van de Hellshire Hills. Deze hagedissensoort is voornamelijk herbivoor maar neemt ook dierlijk materiaal op waaronder slakken. Jonge dieren jagen op kevers en spinnen.
Kritiek bedreigd
In 1996 kreeg deze zeldzame leguaan zijn notering als ‘kritiek bedreigd’ op de IUCN Red List. De bedreiging wordt veroorzaakt door invasieve diersoorten zoals zwerfhonden, katten, wilde varkens en mangoesten. De laatstgenoemde is een nestenrover en doet zich te goed aan de leguanen-eieren. Varkens doen dit eveneens maar in veel mindere mate. Honden en katten jagen op juveniele Jamaicaanse leguaantjes.
Een ander belangrijk probleem is het illegaal kappen van bomen in het bos voor de productie van houtskool, een lokale industrie die een inkomen verschaft voor grote groepen Jamaicanen. Ongeveer eenderde van de Hellshire Hills is inmiddels gekapt en waar gekapt is keert geen droogbos meer terug daar de groei van dit Cyclura collei is appendix I genoteerd volgens de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES).
Gezondheidsscreening opkweekdieren
In 1996 werd in Hope Zoo te Kingston, Jamaica een opkweekfaciliteit in gebruik genomen door Jamaican Iguana Recovery Group. Hier groeien juveniele leguanen beschermd en gecontroleerd op zodat deze uiteindelijke in het wild teruggeplaatst kunnen worden waarbij zij niet meer zo laag in de voedselketen staan als jonge exemplaren. Voor terugplaatsing dienen de individuen aan een aantal criteria te voldoen. Dieren dienen een leeftijd te hebben tussen de 5 en 6 jaar met een minimaal gewicht van 900 gram. Tevens moeten ze vrij zijn van ziekten en parasieten zodat deze niet in het wild worden overgedragen. Elke leguaan gaat een heel proces door. Eerst wordt de hagedis gescanned op de aanwezigheid van een pit tag. Deze tag heeft een uniek nummer waarmee de leguaan geidentificeerd wordt. Indien de pit tag ontbreekt wordt de leguaan alsnog voorzien van een identificatienummer. Daarna wordt er bloed afgenomen. Een deel van het bloed wordt gebruikt om het totale eiwitgehalte vast te stellen wat inzicht geeft over het functioneren van met name nieren, lever en darmen. Van het overgebleven deel bloed wordt de hematocrietwaarde onderzocht om bij lage waarden bloedarmoede, bloedingen en worminfecties op te sporen. Een verhoogd aantal rode bloedcellen kan bijvoorbeeld uitdroging blootleggen. Vervolgens wordt de leguaan gewogen en opgemeten. De kop-romplengte wordt genoteerd alsmede de startlengte en eventueel het geregenereerde deel van de staart. Hierna is de kop en bek aan de beurt en worden onderzocht op aandoeningen, parasieten, vliefeitjes e.d. Waar nodig wordt de leguaan behandeld. De poten worden bekene en missende teennagels teenkootjes en ontbrekende tenen worden geregistreerd. Elk dier wordt vervolgens gesondeerd voor geslachtsbepaling. De buikholte wordt bevoeld op aanwezigheid van bijvoorbeeld blaassteen of andere niet in de buikholte thuishorende ongerechtigheden. Als laatste wordt de body conditioning score bepaald op een schaal van 1 op 5, waarbij 1 staat voor uitgemergeld en 5 voor obesitas. In totaal zijn er in de maand April 259 leguanen onderzocht, geregistreerd en indien nodig behandeld. Dit is het totale aantal hagedissen die in de opgroeifaciliteit van Hope Zoo zitten.
Terugplaatsen in het wild
Dat de opkweekfaciliteit steeds beter functioneert blijkt uit het feit dat een record aantal Jamaicaanse leguanen in het wild uitgezet kon worden. Van de totale opkweekgroep leguanen zijn 52 exemplaren, waarvan 23 wijfjes en 29 mannen, geschikt bevonden om in het wild uitgezet te worden. Dit is een groot record afgezet tegen 17 uitgezette leguanen in 2012. De totale wildpopulatie van ongeveer 200 dieren krijgt door deze aanvullig een enorme boost. Daarnaast is er nog een andere mijlpaal te melden. Na de start van het opkweekprogramma in 1996 is met de laatste groep uitgezette leguanen in april 2013 tevens het 200ste exemplaar vrijgelaten door het health screen team bestaande uit Tandora Grant (Dan Diego Zoo), Carlos Sanchez (Fort Worth Zoo), Sherri Hughes (Smithsonian Conservation Biology Institute) en Evert Henningheim (Dutch Iguana Foundation). De verblijven zijn ondertussen aan het eind van hun levensduur. Gelukkig komen er nieuwe kooien aan maar deze zullen, in tegenstelling tot nu, afgeschermd worden van het publiekelijk toegankelijke deel van de dierentuin. De uitgezette dieren werden op de rechterachterpoot voorzien van een paarse stip zodat ze op de dag van transport makkelijk geidentificeerd en gevangen konden worden. Elke leguaan werd vervolgens voor transport in een katoenen zak gestopt. Na controle of alle dieren gevangen waren werden ze vervoerd naar het uiterste puntje van het schiereiland ten zuiden van Kingston waar het vissersdorpje Port Royal ligt. Aldaar bevindt zich het Port Royal Marine Laboratory, onderdeel van de University of the West Indies waar onze boten liggen. Het plan was om heel vroeg te vertrekken omdat de zee de afgelopen weken extreem ruw was door de lentewind en daardoor moeizaam bevaarbaar. De weergoden waren die dag echter meer dan gunstig gestemd en de groep trof een zeer kalme zee aan wat gunstig was voor de medewerkerd maar nog meer voor het transsport van de leguanen. Aangekomen te Manatee Bay werden de dieren over de rugzakken verdeeld en moesten deze, te voet, naar het laaggelegen nestgebied in Hellshire Hills gedragen worden. Er is geen looppad, en deels werd er geklommen over de kalkstenen heuvels waarbij de hitte het extra zwaar maakte. Een val zou de leguanen kunnen verwonden of doden. Aangekomen in het nestgebied werd elk dier opnieuw met de PIT reader uitgelezen, geregistreed en voorzien van een cijfercodering aan de flanken en daarna werd elk individu vrijgelaten. Het was duidelijk te merken dat hun nieuwe omgeving ze van slag maakte. De leguanen vertoonden geen vluchtgedrag maar bekeken de omgeving zich schijnbaar afvragend waar hun kooi was gebleven en het dienblad met voer. Ze zullen echter snel wennen aan hun vrijheid en een territorium gaan claimen.