Bron Evert HenningheimTijdens de CITES CoP15 werden de voorstellen van Guatemala en Honduras om 4 Ctenosaura soorten op CITES Appendix II te plaatsen aangenomen. De wildvang en de handel in reptielen bleken zwaar wegende punten te zijn. Reptielenfora spelen daarbij een indirecte rol.

De 15de CITES bijeenkomst van de Conference of Parties (CoP15) werd van 13 tot 25 maart 2010 te Doha, Qatar gehouden Op zondag 21 maart 2010 werden de ingediende voorstellen van Guatemala en Honduras om Ctenosaura bakeri, Ctenosaura melanosterna, Ctenosaua oedirhina en Ctenosaura palearis op CITES Appendix II geplaatst te krijgen aangenomen. Het voorstel van Guatemala werd verbaal ondersteund door het CoP15 comité van Egypte, Latijns Amerika welke vertegenwoordigd werd door Costa Rica, de Verenigde Staten, de Europese Unie vertegenwoordigd door Spanje, China, Kenia, Libië, Brazilië en had mede de steun van TRAFFIC IUCN. Het Hondurese voorstel vond steun bij Guatemala, Libië, Liberia, Burkina Faso, de Europese Unie en de Verenigde Staten. Er was slechts ten aanzien van het Hondurese voorstel verzet van de Animal Trade Organization. Deze meende dat CITES 3 een betere keuze zou zijn daar de Hondurese species volgens hen niet onder excessieve handelsdruk staan afgezet tegenover de populaties in het wild. De betrokken NGO’s en de IUCN daarentegen stelde dat het Hondurese voorstel voldoet aan de appendix 1 criteria.  In consensus werd tot plaatsing onder appendix 2 besloten.

Vele organisaties uit Noord, Centraal en Zuid Amerika hebben zich met het tot stand komen van de voorstellen bezig gehouden. Hierbij kunnen worden genoemd: Zootropic, CONAP, DIBIO-SERNA, ICF, Department of Interior -USA, Humane Society International, Zoo Atlanta, International Reptile Conservation Foundation -IRCF-, Fundacion Islas de la Bahia and Iguana Station. Vanuit Nederland hebben de European Studbook Foundation (ESF) en de Stichting Doelgroep Groene Leguanen ( SDGL) een rol gespeeld op het gebied van research, review en advies.

Er zijn indirecte aanwijzingen dat de vraag op fora naar bijzondere dan wel bedreigde diersoorten in gevangenschap gevolgen hebben voor de (illegale) wildvang. Handelaren lijken met betrekking tot Ctenosaura bakeri, Ctenosaura melanosterna, Ctenosaura oedirhina en Ctenosaura palearis onder andere gebruik te maken van fora in Europa en de Verenigde Staten. Ondanks dat de vraag niet groot lijkt te zijn beïnvloedt deze de wildvang en de handel. In 2008 heeft dit geleid tot het uit de habitats wegnemen en exporteren uit Guatemala van 240 Ctenosaura palearis. Onderzoeksgegevens van Carla Carcamo, CITES official van de Hondurese overheid, toonden op de CITES conferentie aan dat in 5 jaar tijd 3000 Ctenosaura specimens zijn uitgevoerd. Deze dieren werden alleen geregistreerd als zijnde Ctenosaura spp. Er is een meer dan redelijk vermoeden dat een substantieel deel van deze dieren Ctenosaura melanosterna betreft, aangezien Ctenosaura similis slecht verhandelbaar is.

Onderstaande link betreft het aan CITES CoP15 aangeboden voorstel. Dit pdf bestand geeft vanaf pagina 13 t/m pagina 34 een aantal fora weer waarbij de vraag gerelateerd is aan de ontwikkelingen in de wildvang en de handel.
http://www.cites.org/eng/cop/15/prop/E-15-Prop-11.pdf