Gemeenschappelijke namen:
Nederlands: Ornata
Engels: ornate mastigure, ornate spiny-tailed lizard
Verspreidingsgebied:
Zie ondersoorten
Algemene informatie:
Zie ondersoorten
Deze soort omvat 2 ondersoorten
Algemene informatie:
Deze ondersoort wordt maximaal 37 cm lang.
Pré-anaal en femoraal-poriën : aan beide zijden 7-14 stuks.
Rondom het midden van het lichaam tussen 149 en 185 schubben.
Tussen de keelplooi en de liesplooi: 75 tot 99 schubbenrijen.
De staart is enigszins afgeplat en bestaat uit 20 tot 23 met stekels bezette wervels.
Op de kop, nek, voorpoten en het lichaam zijn geen stekelschubben aanwezig. Op de achterpoten, zowel op boven als onderpoot, liggen wel kegelvormige stekelschubben.
De 5 tot 7 schubben aan de voorkant van de gehooropening zijn vergroot.
Zowel qua kleur als tekening is deze soort nogal variabel.
De grondkleur van de rug van de mannen is groen, blauw of roodviolet.
Hierop ligt een onregelmatige, roodbruinige kronkeltekening en diepgele, onregelmatige vlekken.
Soms vormen deze vlekken dwarsbanden.
Buikzijde is citroengeel tot vuilwit en bedekt met een zwart tot blauwgrijs kronkelpatroon en soms met donkere dwarsbanden.
Vrouwen hebben een lichtbruine grondkleur met een donkerbruine spikkeling.
Op de rug liggen grote, donker omzoomde, gele vlekken op de rug.
Soms zijn vrouwen ook wat contrastrijker, maar meestal valer dan de mannen.
De buik is vrijwel geheel zonder tekening en citroengeel.
Verspreidingsgebied:
De nominaatvorm van de Bonte doornstaartagame is inheems op het Sinai-schiereiland en het aangrenzende noordwestelijke deel van Saoedi-Arabië. Ook in Israël komt deze ondersoort voor en wel in het uiterste zuiden (omgeving Eilat en in Wadi Makfa).
Algemene informatie:
Deze ondersoort wordt maximaal 34 cm lang.
Pré-anaal en femoraal-poriën : aan beide zijden 7-14 stuks.
Rondom het midden van het lichaam tussen 138 en 193 schubben.
Tussen de keelplooi en de liesplooi: 69 tot 96 schubbenrijen.
De staart is enigszins afgeplat en bestaat uit 17 tot 22 met stekels bezette wervels. In vergelijking met de nominaatvorm (Uromastyx ornata ornata) heeft deze ondersoort een kortere, bredere staart. De lengte van de staart is ongeveer 3 tot 4 keer de breedte.
Op de kop, nek, voorpoten en het lichaam zijn geen stekelschubben aanwezig.
Op de achterpoten, zowel op boven als onderpoot, liggen wel kegelvormige stekelschubben.
De 5 tot 7 schubben aan de voorkant van de gehooropening zijn vergroot.
De mannen van deze ondersoort zijn ongeveer hetzelfde gekleurd als die van de nominaatvorm.
Op de rug bevinden zich 6 tot 8 gele dwarsbanden die ontstaan zijn door het samensmelten van een aantal donkerbruin omzoomde oogvlekken.
Basiskleur is groen.
Tussen de dwarsbanden zie je een donkerbruine kronkeltekening.
De keel, de voorpoten, de bovenkant van de achterpoten, de staartbasis, de occipitaalstreek en de temporaalstreek kunnen blauw gekleurd zijn.
Verspreidingsgebied:
Uromastyx ornata philbyi vindt men in het berggebied van westelijk Saoedi-Arabië (het gebied tussen Jabal as Sinfa het zuidelijke Hejaz).
Under construction
Under construction
Under construction